Afkomstig van Koos Stolk - www.schaakbond.nl
Het Van Berkel BSG Pinkstertoernooi heeft al zeer lang het speeltempo van alle zetten in twee uur. Dit tempo is voor wedstrijdleiders zeer aangenaam. Je hoeft alleen aan het einde van de ronde op te letten. Vaak zijn er dan nog maar een paar borden over.
De laatste tijd kiezen andere toernooien (denk aan het weekendtoernooi Groningen) voor dit tempo, ook sommige regionale bondscompetities hanteren dit speeltempo. Deze keuze wordt gemaakt vanwege het gebrek aan arbiters - bij regionale bondscompetities ben je al blij als iemand het uitslagenformulier bij wil houden.
Tot voor kort zag ik geen kwaad in dit systeem, al prefereer ik een tussentijdse controle. Dat voorkomt partijen die al na 20 zetten omgezet worden in een potje snelschaken. Het huidige Pinkstertoernooi doet mij nu twijfelen.
Elke ronde werden er uiteindelijk vele "snelschaakpartijen" uitgevochten. Vaak werd er doorgespeeld met minder tijd naast materiaalachterstand. "Als ik maar snel genoeg zet dan kan hij altijd nog verliezen," lijkt het credo.
Na ronde 4 zei Friso Nijboer: "geef er na elke zet 2 seconden bij, en het probleem is opgelost". Het idee sprak mij direct aan en nu ben ik al zover dit idee te omarmen. Waarom voeren we dit tempo niet breed in? Het voorkomt het doorspelen op tijd. De speler met een winnende positie heeft toch tijd om zijn zetten fysiek uit te voeren. Het voorkomt ook claims op grond van het omstreden artikel 10 van de FIDE regels. Het toernooi kan het nog steeds met weinig arbiters doen en het mooiste is dat het gewenste tijdschema gebruikt kan worden er komt per 15 zetten van beide spelers tenslotte maar 1 minuut speeltijd bij.
Voor een verslag van de wedstrijd verwijs ik u door naar Schakers.info, Johan Hut heeft op die site verslag gedaan.