DSC6 buigt voor sterk DD 3
DSC6 heeft de eerste wedstrijd van het seizoen verloren. Tegen het sterke DD 3 werd met 2½-5½ verloren.
De eerste wedstrijd bij terugkeer in de eerste klasse was een zware. DD 3 is een bijzonder sterk team dat vorig seizoen verrassend degradeerde uit de promotieklasse. De Hagenaars waren op papier gemiddeld dan ook ruim 200 punten sterker.
Toch nam DSC6 brutaal de leiding: Arjan Drenthen verschalkte Wim Vink. Het was echter toen al duidelijk dat het een zware avond zou worden voor DSC6.
Piet Hofstee wist nog remise te maken, maar daarna kwamen de punten aan Haagse zijde binnen. Theo Rekveldt had in de opening een pion verloren. Daardoor kwam hij in het middenspel in de problemen. Hij was de de eerste die moest capituleren.
Hij werd gevolgd door Kees Korving, die een kwaliteit in had moeten leveren en daarna de verdediging niet bij elkaar kon houden.
Ton Vissers kwam onder zware druk te staan, moest eerste één en later nog een pion inleveren. Langzaam maar zeker werd hij van het bord gedrukt. Toen ook een stuk verloren dreigde te gaan, gaf hij op.
Bart Vlasblom speelde op bord 4 een knappe remise, waarmee hij de stand op 2-4 bracht. Hij had zelfs een klein plusje, maar hoe hij dit moest verzilveren was niet duidelijk. Aangezien de nederlaag van het team al onafwendbaar was nam hij geen risico.
Daarna volgde een nederlaag voor Cees Huygen. Cees had nooit kunnen rokeren doordat een stuk voor zijn koning gepend stond en bij rokade verloren zou gaan. Lang wist hij het stuk te verdedigen ten koste van een pion, maar uiteindelijk bezweek hij onder de druk.
De laatste partij was die van Martin Verolme. In een leuke pot speelden beide spelers flink op de koningsaanval. Met ongelijke lopers, en beide een dame en toren was het een spannende pot. Uiteindelijk bleven er ongelijke lopers over, en werd het remise.
Daarmee werd de eindstand 2½-5½, hetgeen tegen zo'n sterke tegenstander een prima resultaat is.
De individuele uitslagen:
DSC6 | 1703 | - | DD 3 | 1921 | 2½-5½ | |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | Martin Verolme | 1891 | - | Otto Rost van Tonningen | 2019 | ½-½ |
2 | Theo Rekveldt | 1749 | - | Pieter Smeele | 1982 | 0-1 |
3 | Ton Vissers | 1696 | - | Alexander Münninghoff | 1966 | 0-1 |
4 | Bart Vlasblom | 1646 | - | Thimo de Nijs | 1956 | ½-½ |
5 | Arjan Drenthen | - | - | Wim Vink | 1914 | 1-0 |
6 | Kees Korving | 1646 | - | P. Mulder | 1881 | 0-1 |
7 | Piet Hofstee | 1637 | - | Wim Reimer | 1833 | ½-½ |
8 | Cees Huygen | 1657 | - | Reinhard Henn | 1820 | 0-1 |