We hebben lekker gespeeld voor de beker.
De helden van DSC zijn gerecruteerd uit het vierde en vijfde team, dus ongeveer de nummers 27 t.m. 42 van de DSC ranglijst. Maar DSC heeft de reputatie mee, en Schaakhuis onderschatte ons niet, was op volle sterkte opgekomen: eenmaal 21+, tweemaal 20+, en eenmaal 19+.
Na een uur spelen hadden alle zwartspelers voordeel (wat zegt dat over de openingstheorie?).
Peter Lode (zwart) speelde goed tegen Norbert Harmanus, leek in een scherpe stelling de zaak onder controle te hebben, en ik taxeerde dat als iemand won op dat bord, het onze man zou zijn. Het werd remise (½-½).
Ivar de Hoogt (zwart) had na iets meer dan een uur spelen een uur bedenktijd meer verbruikt dan Mike Hoogland, en had later nog nul uur twee minuten tegen zijn tegenstander een uur en twee minuten. Die bedenktijd was een goede investering, hij won een belangrijke pion en zijn stelling leek mij gewonnen. Hij kwam echter wat tijd tekort om het netjes uit te spelen, dus remise (1-1).
Arno Wiersma (wit) kwam tegen Rachid Schrik in een slecht middenspel terecht; twee zwarte paarden op de witte vierde rij tegen twee onmachtig uitziende lopers. Het toreneindspel bleek onhoudbaar (2-1 voor Schaakhuis).
Kees van der Meer (wit) verloor in de opening enige tempi tegen Melchior Vesters, en had dientengevolge in de hele partij wat problemen. Melchior nam (met het oog op de stand) geen risico en speelde naar een stelling waarin alleen hij op winst kon spelen, maar die stelling bleek niet te winnen, dus remise (2½-1½).
__________________ Als je de Dame bent in het schaakspel, sla dan maar flink om je heen
(Zie ook Rekenvout 125)
|