Afkomstig van Robert Straver
www.sco80.leisb.org
Oegstgeest 1 uit het Bekertoernooi
En het waren nog maar de voorrondes. Ik kan mij niet herinneren dat we er al zo snel uitlagen. Meestal verliezen we in ronde 1 of 2 gewoon van LSG. Heel soms komen we LSG pas in de halve finales tegen, om dan na 2-2 met kansen voor Oegstgeest heel schlemielig met vluggeren te verliezen omdat Van Ketel met 12 seconden een flauwe truc uithaalt.
De gelijkenis ditmaal was dat DSC net als LSG uit 3 letters bestaat en dat Oegstgeest ook best 2-2 had kunnen spelen, waarna vluggeren uitkomst moest bieden. Het werd echter 3-1 voor DSC en als je het verslag op hun website leest, dan zou je bijna denken dat het volkomen verdiend was. Misschien is dat ook wel een beetje zo.
Op bord 4 speelde Harro Weiland als invaller. Onze bijna IM Fred Slingerland en inmiddels toch wel sterkste speler (met alle respect voor Nebojsa die mij maar blijft verbazen door enerzijds zo weinig te spelen maar anderzijds zijn rating redelijk op peil weet te houden) kon helaas niet meedoen. Harro deed ongeveer tegelijk met Joop een remiseaanbod maar beide DSC-mannen weigerden en dat bleek terecht. In het middenspel kroppen er bij Harro onnauwkeurigheidjes in en de partij ging verloren: 1-0
Het leek nog even de goede kant op te gaan toen ik op bord 2 de stand gelijk trok. Dat ging niet helemaal vanzelf. Tegenstander Legemaat stond zeer fraai na de opening die ik wat mishandelde door na een verrassende loper op g7 tegen paard op c3 ruil wat onhandig te spelen. Gelukkig liet wit in het middenspel toe dat ik eenzelfde manoeuvre kon uitvoeren, ditmaal met loper b7 neemt paard op f3. Omdat ik daartussen zijn witveldige loper had weten te ruilen voor één van mijn paarden, ontstond er een stelling waarbij mijn paard uiteindelijk betere velden had dan zijn loper. Wit had absoluut niet hoeven te verliezen, maar door zijn koning in het midden en tijddruk kon ik een kwaliteit winnen en eigenlijk best fraai een eindspel winnen: 1-1.
Nebojsa ruilde vroeg de dames, had een vrijwel gelijke stelling, maar bleek toch over iets meer reken- / denkkracht te beschikken dan zijn tegenstander. Beetje bij beetje bouwde hij wat voordeel op en kwam in een toreneindspel met een pion meer terecht. Toen de klok begin mee te tikken, bleek jongeman Op den Kelder erg handig te zijn. Hij ontwikkelde tegenkansen en Nikolic ging net te snel voorwaarts met zijn vrije a-pion. Beiden lieten een pion oppimpen tot dame, hetgeen met zich meebracht dat Nikolic een pion voor zag veranderen in een pion achter. Met nog maar 1 à 2 minuten op de klok, kon hij door grote afstand tussen koning en dame niet verhinderen dat Op den Kelder nogmaals een vrije pion tot hofdame kon bevorderen: 2-1.
Dat was een domper. Mede omdat Joop al enige tijd tegen een lastige te verdedigen stelling aan keek. Het was behoorlijk dichtgeschoven, maar zwart had op zowel konings- als damevleugel de optie een breekzet uit te voeren. Kortom, Joop moest op twee vleugels zijn troepen verdelen en raakte helaas ook nog in tijdnood. De hoop op een wonder (doorgaans een blunder van de tegenstander) vervloog toen Joops tijd veel harder leek te gaan dan die van Meulenbroek. In verloren stand ging Joop door zijn vlag en was het pleit beslecht: 3-1.