Interne competitie (10): Hora Vlam nadert koppositie
Hora Vlam heeft in de tiende ronde van de interne competitie goede zaken gedaan. Hora won met zwart van Dolf Beltz, en licht nu nog maar een neuslengte achter op koploper Kim Meulenbroek. Bob Voogt moest een stapje terug doen na een nederlaag tegen Gert Legemaat.
In de B-groep deed Rufael Mekuria goede zaken. Hij versloeg met wit concurrent John Spierings, en verstevigt daarmee zijn koppositie. Ook Henrik Tamerus meldt zich in de top van het klassement na een overwinning op Cees Huygen.
In de C-groep behield René Poots de koppostie ondanks een nederlaag. René was naar boven ingedeeld en Olivier Marincic bleek te sterk. De concurrentie profiteerde niet echt; Simon Dirkse en Antoon Frehe speelden remise. Jolle Lont vond weer aansluiting met de top door Rob Scherpenisse te verslaan in een prachtig eindspel.
Bart en ik speelden een bijzondere partij. Niet vanwege de kwaliteit, wellicht, maar wel vanwege het karakter: Dameruil op zet 4, waardoor ik - nog nooit voorgekomen - een kwartier de denktank inging op zet 3 met als onderwerp goede en slechte lopers, pionnenstructuren en het eindspel.
Maak hier maar eens chocola van. Het is niet zo simpel: 5...Pc6 (logisch, toch?) kan bijvoorbeeld het gevolg hebben dat Zwart gedwongen lang rokeert. Is dat goed, slecht? Waar gaat alles heen? Grappig, in ieder geval.
Na een lading zeer subtiele zetten van beide kanten (lees: hadden uitleg nodig in de analyze) stond Bart wat onder druk.
Plan: torens verdubbelen en Td3. Totdat ik meende een variant te zien waarbij het wenselijk was de derde rij meteen te bestrijken. 28...Td3? 29.Pxc4! De zet die je ziet als je het stuk loslaat. Je weet wel. Remise een paar zetten later
Originally posted by René Torenstra
Bart en ik speelden een bijzondere partij. Niet vanwege de kwaliteit, wellicht, maar wel vanwege het karakter: Dameruil op zet 4, waardoor ik - nog nooit voorgekomen - een kwartier de denktank inging op zet 3 met als onderwerp goede en slechte lopers, pionnenstructuren en het eindspel.
Had ik ook maar een kwartiertje uitgetrokken voor mijn derde zet, want ik had een beter alternatief dan het gespeelde. Niet dat die betere zet dameruil had vermeden, dat niet