Zomervariantentoernooi R1 (12 juli): Anti-Londensysteem door Aram Hassan |
|
Eerste avond (12 juli)
Anti-Londensysteem, door Aram Hassan
Onder de clubleden is het London-systeem voor wit erg populair; het is een gemakkelijke set-up voor wit, die er voor zorgt dat de opening zonder al te veel problemen gespeeld kan worden. De pluspunten zijn dan ook dat je erg veel tijd bespaart achter het schaakbord, en vaak ook dan weinig tijd hoeft te besteden aan schaaktheorie over de opening. Echter, heeft deze opening ook zo zijn nadelen: door het besparen van zo veel tijd, leer je niet direct hoe je de openingsfase zou moeten spelen; dat wilt zeggen, door het kennen van de openingszetten, begrijp je niet per sι wat gedaan moet worden in de opening.
1. d4 Pf6 2. Pf3 e6 3. Lf4
In het Londen-systeem plaatst wit zijn pionnen op c3 en e3, wanneer de loper al op f4 staat; zodat deze niet wordt ingesloten door eigen pionnen.
3...c5
Zwart daagt meteen de pion op d4 uit, en wilt verder gaan met Db6, of met b6, om de c8-loper op de lange diagonaal te krijgen; in beide gevallen met gemakkelijke gelijkheid tegen wit.
4. e3 b6 5. Ld3 Le7 6. Pbd2 Le7 7. c3 cxd4
Zwart wilt duidelijkheid in het centrum, en laat de keuze aan wit; afhankelijk van de reactie volgt het plan van zwart.
Als 8. cxd4, kan zwart zijn ros op f6 afruilen voor de loper op f4 met 8...Ph5 9. Lg3 d6 10. 0-0 Pxg3 11. hxg3 0-0 12. e4 Pd7, met het plan om g6 te spelen, met manouvre Lf6-g7.
8.exd4 0-0 9. 0-0 d6
Zwart heeft hier al een zeer comfortabele stelling gekregen:
Deze tabia-stelling, met wit aan zet, is wellicht gemakkelijker te spelen voor zwart, maar waarom?
Het geheim zit hem in de pionstructuur! We zien voor zwart dat er twee ideeλn beschikbaar zijn: op de damevleugel een minderheidsaanval starten met b6-b5-b4, of het centrum openbreken met de zet e6-e5. Wanneer wij kijken naar de zwarte pionstructuur, zien wij maar ιιn zwak veld: a6. Wit wilt dan ook daar gebruik van proberen te maken met a4-a5. Proberen om de pion-ketting van f7 open te breken met f4-f5 is ook niet gemakkelijk! Ook zien we dat de witte pionnen richting de koningsvleugel zijn gericht; wellicht dat wit hier ook de nadruk kan leggen. We zien dan ook meteen waarom zwart makkelijker speelbaar is; de zwarte stukken staan vrijwel meteen ideaal om druk te leveren, terwijl wit geen duidelijke doelen heeft.
Als extra opmerking: In diagram 2 zien wij de pionstructuur; wanneer wij nu de vraag stellen, waar horen de stukken van wit te staan, en van zwart idem, zien we al snel dat het plaatsen van de stukken van zwart, gemakkelijker gaat dan voor wit. Echter, is de positie verder gebalanceerd.
Al met al, is deze opening een poging om de wit-speler sterk aan het denken te zetten na de tijdbesparende Londen-setup die gespeeld is. De hoop is dan ook om te laten zien dat het begrijpen van de openingsfase voor zowel wit als zwart, erg belangrijk is, zodat er wordt voorkomen dat wit eindigt in een middenspel zonder ambitieuze plannen.
Uitslagen
| speler 1 | | speler 2 | uitslag | kleur |
---|
1 | Gert Legemaat | | Richard Oranje | 1-1 | (2x wit) | 2 | Lucien van de Lisdonk | | Hans Hollander | 1-1 | (2x zwart) | 3 | Ted Barendse | | Jouke van Gosliga | 1-1 | (2x zwart) | 4 | Arjan Drenthen | | Lars Visser | 1½ - ½ | (1x zwart) | 5 | Shyam Balasubramanian | | Rene Poots | 1½ - ½ | (1x zwart) | 6 | Mees van den Berg | | Rob Smits | 2-0 | | 7 | Victor van der Kloet | | Varun Choudary | 0-2 | | 8 | Aram Hassan | | Shindi Shandiman | 1-1 | (2x wit) | 9 | Cock Huizer | | Hugo van der Laan | 0-2 | | 10 | Nick Ruesen | | Bert van de Willik | 0-2 | | 11 | Ilias Jarraf | | Vincent Goverse | 1-1 | (2 x wit) | 12 | Ferdinand Schreuder | | Eric Wagter | 1-1 | (2x zwart) | 13 | Bart van Cleef | | Almeric Lo | 1-1 | |
__________________ Erro ergo sum.
|