Delftse SchaakSite - Schaakvarianten

hexchess [honingraatschaak]

1. introductie
Schaken is waarschijnlijk een van de oudste en meest fascinerende van alle bordspelen. Omdat dit spel zowel oud als populair is, is er al heel wat onderzoek naar dit spel gedaan. Dit heeft zich vertaalt in uitgebreide theorieen omtrent opening, middenspel en eindspel. Hierdoor begint een meester meestal pas ergens tussen de tiende en twintigste zet na te denken. Alle zetten daarvoor komen rechtstreeks uit de openingstheorie. In veel gevallen zal een meester zelfs opzettelijk een mindere, maar complexere opening spelen, puur om dat dan de weg naar remise moeilijker te vinden is.

Na dit openingsstadium zal de ervaren speler een zet of tien aandachtig spelen. Het is echter onvermijdelijk dat een groot deel van het eindspel wordt overgeslagen omdat een van beide spelers opgeeft, of dat er een remise wordt overeengekomen. Kortom: slechts een derde van een partij bestaat uit echt spel, de rest is geschiedenis. Naar mijn mening is schaken op deze manier een saai spel(geworden), zowel voor de speler als voor de toeschouwer. Het is hierom dat ik ben gaan zoeken naar plossingen en/of alternatieven voor dit probleem.

Ik heb verscheidene bord-maten en alternatieve regels voor het bewegen van stukken geprobeerd, maar deze eigenschappen van schaak zijn allemaal te fundamenteel om te veranderen.

Toen kwam ik op het idee om de velden een andere vorm te geven (drie- tot en met achthoekjes). Toen ik zeskantjes ging uitproberen ontdekte ik dat een bord van zeskantjes een aantal leuke eigenschappen heeft: Vanuit alle velden (behalve de randvelden) kunnen stukken 12 kanten uit in plaats van 8 zoals in het normale schaak. Dit maakt het spel een stuk lastiger: Vooruit denken heeft (gezien het grote aantal mogelijkheden) nauwelijks zin, en 'gevoel' voor positie heeft een veel groter belang. Dit laatste aspect van honingraatschaak zou een goede oplossing kunnen zijn voor het 'schaaktheorie-probleem'. Omdat het aantal mogelijkheden zo groot is, is het samenstellen, laat staan het leren, van een openings-repertoire een onbegonnen taak. Hetzelfde gaat op voor het eindspel.

Het spelen op zeskanten brengt echter een paar problemen met zich mee: omdat de vorm van het bord fundamenteel anders is, moet er een andere beginopstelling verzonnen worden. Tevens moet er, omdat er drie kleuren velden zijn, een derde loper worden ingevoerd. Verder zijn er nog problemen zoals 'Hoe bewegen pionnen?', 'Is rocheren toegestaan?', etc. Naar mijn mening heb ik bovengenoemde problemen aardig opgelost en een honingraatschaak bedacht wat leuk is om te spelen en tevens de problemen uit van het conventionele schaak niet heeft.

2. het bord
Zoals eerder vermeld bestaat het bord uit zeskantige vlakken. Tesamen vormen deze vlakken een groot zeskant met een ribbe van zes vlakken. Hierdoor ontstaat een bord met 91 vlakken totaal. Hoewel de keuze van de kleuren van de vlakken volledig arbitrair (zelfs overbodig) is, geef ik er de voorkeur aan om het middelste vlak de donkerste kleur te geven. Verder moeten de vlakken zo gekleurd worden dan geen twee aaneengelegen vlakken dezelfde kleur hebben. (Verder wordt er in de tekst gesproken van 'zwart', 'grijs' en 'wit'.)

3. de stukken/beginopstelling
Toen ik voor het eerst over honingraatschaak begon na te denken, kwam ik op het idee om het spel speelbaar te maken voor zowel
twee als drie spelers. (Voor twee spelers zet je op langs tegenovergestelde zijden, voor drie spelers 'om en om'.) Het is echter bijzonder lastig goede regels te verzinnen voor drie spelers. Al gauw wordt je geconfronteerd met vragen als: 'Wanneer eindigt het spel?', 'Wat gebeurt er als een van de spelers mat staat?', etc. Daarom heb ik mij in de eerste plaats geconcentreerd op een spel voor twee spelers.

Ondanks het feit dat ik bijna iedere mogelijke beginopstelling heb geprobeerd, heb ik slechts een opstelling kunnen die reëel genoeg is om mee te spelen. In deze opstelling heeft iedere speler de volgende stukken:
- 1 koning
- 1 koningin
- 2 torens
- 2 paarden
- 3 lopers (!)
- 8 pionnen

Wanneer men de stukken gaat opzetten legt men het bord zo neer dat beide spelers aan tegenovergestelde zijden zitten, en wel zo dat degene die wit speelt linksvoor een grijs vlakje heeft, en rechtsvoor een wit vlakje. (zwart natuurlijk andersom) Dan worden er (vanaf de eerste rij) de volgende stukken opgezet (van links naar rechts, voor zwart andersom):

1e rij (6): toren - paard - dame - koning - paard - toren
2e rij (7): pion - pion - loper - loper - loper - pion - pion
3e rij (8): leeg - leeg - pion - pion - pion - pion - leeg - leeg

Voor een duidelijker overzicht zie schema.


 


4. beweging van de stukken
Voordat ik de beweging van de stukken ga beschrijven wil ik graag een paar definities geven van 'lijnen' (de rijen en kolommen in schaak):
rechte lijn : lijn van aaneengesloten vlakken (drie richtingen!)
diagonale lijn : lijn van gelijkgekleurde vlakken (drie richtingen!)

Deze definities zullen mij (hopelijk) helpen bij het bewegen van de stukken duidelijk te maken. Als algemene regel geldt: als een regel uit het gewone schaakspel kan worden toegepast in honingraatschaak dan wordt deze toegepast tenzij dit dokument anders vermeldt.

4.1 de toren
Torens mogen zich een of meerdere velden langs een rechte lijn bewegen, zolang zij niet worden onderbroken door een ander stuk. Dit betekent dat een toren (indien op het midden van het bord geplaatst) in 6 richtingen kan bewegen. Indien het eerste stuk dat de toren op haar pad tegenkomt van de tegenpartij is, mag het stuk van de tegenpartij worden geslagen. Rocheren is (voorlopig) niet toegestaan.

4.2 de loper
Lopers mogen zich een of meerdere velden langs een diagonale lijn bewegen, zolang zij niet worden onderbroken door een ander stuk. Dit betekent dat een loper (indien op het midden van het bord geplaatst) in 6 richtingen kan bewegen. Indien het eerste stuk dat de loper op haar pad tegenkomt van de tegenpartij is, mag het stuk van de tegenpartij worden geslagen. De loper mag niet tussen twee stukken door die direct naast elkaar staan. (Dit geldt voor iedere vorm van diagonaal lopen of slaan!)

4.3 de dame
De dame combineert (net als in het schaakspel) de eigenschappen van de loper en de toren. Zij kan zowel recht als diagonaal lopen en slaan.

4.4 de koning
De koning kan (net als in het schaakspel) bewegen zoals een dame, alleen dan met steeds een vakje tegelijk. Rocheren is voorlopig) niet toegestaan.

4.5 de pion
In het gewone schaakspel is de pion het belangrijskste stuk. Zijn unieke manier van lopen en slaan is hier verantwoordelijk voor. De regels voor pionnen in honingraatschaak zijn hetzelfde als in het gewone schaak. Dit houdt in dat ze 1 torenstap vooruit lopen (2 mogelijkheden) en 1 loperstap vooruit slaan (3 mogelijkheden).

Opmerking: toen ik dit spel net had bedacht had ik voor het bewegen van de pionen andere regels. Pionnen slaan in die opzet op dezelfde manier als ze lopen (als een toren). Het probleem wat dan alleen ontstaat is dat het een saai stuk wordt: zijn gebied van invloed is klein (en daardoor de waarde).


4.6 het paard
Het paard combineert (net als in het schaakspel) een diagonale en een rechte stap (in willekeurige volgorde). Hierbij moet de tweede stap het stuk van het oorspronkelijke veld vandaan brengen. (Anders zou het paard een torenstap kunnen maken.) Het paard heeft (indien op het midden van het bord geplaatst) 12 richtingen.

5. slaan van stukken
Algemeen gesproken slaan stukken op dezelfde manier als ze lopen. Wanneer een veld, dat door de tegenstander wordt bezet, bereikt zou kunnen worden wanneer het betreffende stuk er niet stond, dan kan dat stuk geslagen worden.

6. doel van het spel
Net zoals in het conventionele schaak is het doel van het spel de koning van de tegenstander mat te zetten. Alle overige regels, zoals regels m.b.t. remise (pat, 50 zetten regel, etc), zijn zoals in het normale schaak.

Sander van Gennip, december 2001 http://www.zillionsofgames.com/games/hexchess-vangennip.html

de Delftsche SchaakClub
de grootste, actiefste en gezelligste schaakclub van Delft

jeugd [ma 18:30-20:00]
Er is op 5 niveau's schaaktraining. Daar­na is er competitie, of een van de vele andere activiteiten.

senioren [ma 19:45-01:00]
De grote interne competitie heeft schakers van elk niveau. Ook zijn er veel andere activiteiten.

copyright
© 2002-400 Delftsche SchaakClub

powered by
WoltLab GbR, Tjip BV & 2B Insite

software
FirstClassWebsite v1.6.1124.1
DSS v2.9.0701.1
WoltLab Burning Board
GNU WebChess

statistieken
Nedstat Basic  nedstat

disclaimer, privacy politiek, sitemap