1970-1985
wisselvallig
In 1970 wordt het 75-jarig bestaan van de club groots gevierd. Er wordt een feestavond georganiseerd bij Koot aan de Beestenmarkt, een extra dik en van kleur voorzien jubileumnummer van het clubblad de "Zwart-Witte" uitgebracht, en ook worden er verschillende schaakactiviteiten georganiseerd. Voor de jeugd is er in de kerstvakantie een scholentoernooi. Het toernooi, dat zowel voor het lager als voortgezet onderwijs open staat, is een groot succes. Voor de senioren staat er een nationaal drie-rondentoernooi op het programma in februari. Er komen 120 schakers op af. Extern eindigt het jubileumjaar in mineur. Het eerste degradeert naar de tweede klasse van de KNSB.
In het begin van de jaren 70 stijgt het ledental gestaag. In de eerste vijf jaar groeit het aantal van zo'n 85 tot over de 110 leden. De club moet in 1973 echter vertrekken uit Ons Huis aan de Oude Delft. Het gebouw krijgt een andere bestemming. Na veel zoeken komt DSC terecht in de Goede Herderkerk aan de Obrechtstraat. Deze locatie ligt echter lang niet zo centraal als Ons Huis, en is daarom minder gunstig. De club blijft echter zeer actief. Het zo succesvolle jeugdtoernooi dat in 1970 bij het jubileum werd georgansiseerd, heeft in de daaropvolgende jaren een vervolg gekregen. Het verovert een vast plekje op de agenda, net zoals het Industrie Schaaktoernooi dat bij een eerder jubileum had gedaan.
De jeugdafdeling zelf kent echter een wat wisselvalliger beeld. Het succes van de afdeling is afhankelijk van de inzet van één of twee personen. Als de heer De Vreede in het begin van de jaren '70 geen opvolger weet te vinden, kwijnt de jeugdafdeling een beetje weg. Toch worden er in die periode nog wel successen geboekt. Zo wordt Aad Jan van der Wees in 1974 jeugdkampioen van de HSB. Pas enkele jaren later, onder leiding van met name de heer Deeleman, bloeit het jeugdschaak bij DSC weer op.
Eind 1977 kan een weer beter te bereiken speelzaal worden betrokken. DSC verhuist naar het Trefcentrum, later Delftstede, aan de Phoenixstraat. Het eerste team speelt dan echter in de onderbond. In 1976 degradeerde DSC1 uit de KNSB. Intern wordt er in dat jaar voor het eerst geëxperimenteerd met iets anders dan het aloude groepen-systeem. Onder leiding van de heer Huygen wordt er een soort keizer-systeem geïntroduceerd. Er zijn in die tijd de nodige opmerkingen over de complexiteit van het systeem, hetgeen de heer Platzek de uitspraak ontlokt: "Het is helemaal niet ingewikkeld, je moet gewoon al je partijen winnen."
Het snelschaakkampioenschap voor teams, dat oorspronkelijk alleen door DSC werd georganiseerd, wordt vanaf 1976 samen met de HSB georganiseerd. Het toernooi werd daarmee [nog meer dan het al was] één van de belangrijkste toernooien in de regio. En het is heden ten dage nog steeds een zeer populair toernooi.
Aan het einde van de jaren '70 daalt het ledental weer. Er komen steeds meer vormen van ontspanning, en het ledental van DSC lijdt daaronder. In 1983 zijn er nog slechts 71 leden over. In de interne wordt er gewisseld tussen een vorm van Keizer en een groepensysteem. En in de externe competitie jojoot het eerste op en neer tussen de promotieklasse van de HSB en de nationale competitie. De degradatie in 1980 terug naar de onderbond was wel een hele zure: Keres 2 had nog 1 matchpunt nodig om kampioen te zijn, LSG 2 nog 1 matchpunt om niet te degraderen. Binnen het uur staat de 5-5 uitslag op het papier. Protesten worden niet toegewezen, maar het woord "onsportief" komt veelvuldig in de [DSC-]stukken voor. In de daaropvolgende jaren speelt DSC in de promotieklasse van de HSB.