Delftse SchaakSite - DSC Zomervarianten Ontedekkingstoernooi

2017

Zesde avond (14 augustus)
Gert Legemaat bracht op de slotavond van het Zomervarianten Ontdekkingstoernooi de Portisch-Hook-variant van het Frans op het bord.

1.e4 e6 2.d4 d5 3.c3 b4 4.e5 c5 5.a3 xc3+ 6.bxc3 a5 7.d2 a4



De uitgangsstelling. Wit heeft een verzwakte pionstructuur door zijn dubbelpion, maar heeft wel het loperpaar. Het is dus een heel ongelijkwaardige stelling.

Deze variant wordt ook wel de Portisch-Hook-variant genoemd, naar twee spelers die de variant in het verleden hebben gebruikt. Hook (een 2200-2300-speler) speelde diverse malen Olympiades voor de Maagdeneilanden, en had met deze variant een goede score. Alleen tegen Fischer (Siegen 1970) ging hij er hard van af:

8.g4 f8 9.d1 b6 10.h4 e7 11.h5 h6 12.h4 a6 13.xa6 xa6 14.f4 d7 15.f3 c6 16.h3 c8 17.g4 e8 18.g5 e7 19.gxh6 gxh6 20.f6 f5? 21.f4 +- e7 22.xd5 d8 23.e3 xe3 24.xe3 c7 25.dxc5 xc5 26.d1+ e7 (c8 a8#) 27.xc5 bxc5 28.xe6! 1-0

Deze variant van het Frans is een gecompliceerde variant, waarin tactiek en zware strategie (met name gebaseerd op pionnenstructuur) een belangrijke rol spelen. Enkele elementen:
Da4 lijkt buitenspel te staan, maar geeft wel druk op a3, c2 en d4. Als de dame a4 verlaat volgt soms a3-a4 en de manoeuvre Ld2-c1-a3
- Wit lokt met Dg4 vaak een verzwakking uit: na …g6 zijn de zwarte velden van zwart nog verder verzwakt, na …Kf8 kan zwart niet meer rocheren
- Als zwart erin slaagt lang te rocheren staat zijn koning veilig
- Als wit h5 speelt dreigt h6, en zwart moet dat voorkomen
- Verder streeft zwart naar een opstelling c6 en e7, d7, 0-0-0, g8, df8, om met f6 lijnen op de (verzwakte?) witte koningsvleugel te openen

Een potje Thijs Roorda – Legemaat (Delft 2014) ging verder met:
8.b1 (dreigt b5+) c4 (minder druk op het witte centrum!) 9.h3 e7 10.e2 bc6 11.0-0 b6 12.f4 d7 13.h5 g8 14.f4 0-0-0 15.h1 df8 16.f3 f6 17.a2 (dekt c2, nu kan de dame weer spelen) e8 18.g3 g6 19.exf6 xf6 20.e3 d7 21.g4 f5 22.d1 g6 23.xf5 xf5 24.h3 f7 25.e2 e8 26.f3 b5 (dreigt b1+) 27.a1 b2 28.e1? (dreigt xd5) fe7 29.c1 xc3 30.xd5 (met aftrekaanval op c3, maar) xe1+ 31.xe1 exd5 32.xh7 xh7 33.g1?? g3#

Tenslotte, over de populariteit van de variant:
- Deze variant komt niet voor in de openingsdeeltjes van Euwe, werd vroeger dus nooit gespeeld
- Portisch speelde dit wel in zijn hoogtijdagen, maar scoorde er grappig genoeg niet zo goed mee (3½ uit 9)
- Hook had er dus wel wat successen mee
- In de jaren 80 en 90 werd de variant wel wat gespeeld en in de theorie genoemd, maar slechts enkele kleine varianten
- In deze eeuw is het een redelijk populair systeem, met o.a. Nikolic en Moskalenko als belangrijke gebruikers

Uitslagen
 speler 1 speler 2uitslagkleur
1Gert Legemaat-Hans Stam2-0
2Ted Barendse-Richard Oranje0-2
3Bob Voogt-Luciën van de Lisdonk1-12x wit
4Erik Biemans-Kees van der Meer2-0
5Simon Broos-Halana Vlaming0-2
6Rob Smits-Henk van den Belt1-12x remise
7Rens ter Veen-André van der Weijde0-2
8Vashish Sukul-Davy Bao1-12x zwart
9Hugo van der Laan-Edgar Huisman1½-½1x wit
10Gerard Bilars-Cees Huygen2-0
11Victor van der Kloet-René Poots2-0
12Simon Dirkse-Jan Bouke Tiersma1-1
13Bert van der Willik-Eric Wagter1-12x zwart



Vijfde avond (7 augustus)
Richard Oranje presenteerde tijdens de vijfde avond van het Zomervarianten ontdekkingstoernooi de Miles-variant van het koningsgambiet, ook wel bekend onder de naam Adelaide tegengambiet. Spelers die koningsgambiet spelen zijn over het algemeen niet bang aangelegd, maar in deze variant laat zwart zien dat ook niet te zijn.

1.e4 e5 2.f4 c6
Zwart kiest ervoor het gambiet niet aan te nemen.
3.f3
Dit valt de pion op e5 nogmaals aan, maar het laat tevens te pion op e4 ongedekt. Direct nemen op e5 is geen goed idee; na 3.fxe5 h4+ staat zwart direct gewonnen.
De zet 3.c4 is in deze stelling ook een veel gespeelde zet, maar die kwam deze avond niet op het bord.
3...f5
Pak aan! Hiermee stond meteen de uitgangsstelling voor de partijen op het bord.



Richard liet vervolgens een aantal varianten de revue passeren, waarbij een verschillende aanvalsthema's voorbij kwamen. Bij een paar van de varianten werd dieper op de mogelijkheden ingegaan.

De eerste witte voortzetting die op het bord kwam was:
4.d4
Beoefenaars van het Jaenish gambiet kunnen zich iets bij deze zet voorstellen, aangezien vergelijkbare structuren in die opening op het bord komen. Voor spelers onbekend met dit type stelling wordt het er niet makkelijker op. Er zijn vele antwoorden mogelijk. Richard liet er eentje zien: Na 4...fxe4 5.xe5 f6 6.c4 d5 7.b5. Zwat heeft een mooie vrijpion, maar wit heeft een prachtig paard op e5 en druk op c6.

Voor de spelers die 4.d4 te wild vinden is er een rustiger alternatief:
4.d3
Na de wilde start komt de stelling zo in iets rustiger vaarwater terecht. Zwart gaat hier verder met zetten als d6 en f6.

Een zet die niet aan te raden is is
4.exf5? fxe4 en het witte paard moet terug maar g1 waarna e5 sneuvelt.
Eveneens slecht is
4.xe5? xe5 5.fxe5 h4+
Na 6.e2 xe4+ 7.f2 c5+ verliest wit grof materiaal. En hetzelfde geldt na 6.g3 xe4+ 7.e2 xh1.

De principiële zet is natuurlijk de aanname van het tegengambiet:
4.exf5 e4
Zwart kan ook slaan op f4, waarna beide pionnen op de f-lijn op termijn zullen sneuvelen.
Richard liet een aantal varianten zien om een idee te geven van de witte en zwarte mogelijkheden:
5.e5 f6
Om h5+ te voorkomen.6.c3 d6 7.g4 xf4 8.h5+ d8
8...f8 is onhandig i.v.m. 9.d5. En 8...g6 gaat wederom mis op het fraaie 9.d5! Zwart heeft teveel zwaktes om alles bij elkaar te kunnen houden. Na 5...gxh5 6.xf6+ d8 7.xh5 staat wit een gezonde pion voor.En na bijvoorbeeld 5...g7 volgt 6.g4 e5 7.xe4.
Na d8 is een interessante stelling ontstaan die het uitspelen waard is.

Een andere interessante voortzetting is:
4.exf5 e4 5.e5 d4
Het zwarte paard staan natuurlijk net zo mooi op d4 als het witte paard op e5. Het veld c2 is nu een vervelende zwakte voor wit. Richard daagde de deelnemers uit om achter het bord uit te vinden of deze variant wel goed is voor zwart als wit verder gaat met 6.c4 en zwart met d5 de witte dreigingen parreert. De combinatie van nemen op d5 en h5+ maakt de stelling er complex.

De volgende variant die de revue passeerde was:
4.exf5 e4 5.e5 xe5 6.fxe5 e7 7.h5+ d8[b/]
Zwart dreigt nu de pion op e5 te nemen, en die is lastig te dekken.
[b]8.d4 exd3 9.xd3

De zet 9.g5 ziet er erg aanlokkelijk uit. Een gepende pion is echter een slechte aanvaller; zwart antwoord ijskoud met 9...f6 en staat daarna beter omdat zowel de witte dame hangt als de pion op c2.
9...xe5+ 10.d1
In deze variant, waarbij geen van beide partijen duidelijk beter staat, rokeren zowel zwart als wit niet. Zwart kan met f6 ontwikkelen en druk op f5 gaan zetten. Wit kan gebruik maken van de zwarte dame in he open veld, die voor de witte stukken een mooi aanvalsdoel is.

Een hele andere partij onstaat na
4.c4 fxe4 5.xe5 xe5 6.fxe5 d5
Als wit de loper weg speelt heeft zwart een sterk centrum.
7.exd6 xd6
Ook dit is een speelbare stelling voor beide partijen. Wit moet echter niet direct rokeren, want dat gaat in deze stelling mis: 8.0-0? h4 9.g3 xg3 10.hxg3 Q#x#g3+ 11.h1 g4 12.e2 h4+ 13.g1 h3

Uitslagen
 speler 1 speler 2uitslagkleur
1Gert Legemaat-Richard Oranje2-0
2Ted Barendse-Henrik Tamerus2-0
3Ton Bodaan-Kees van der Meer2-0
4Jouke van Gosliga-Arno Wiersma0-2
5Rob Smits-Henk van den Belt1-12x zwart
6Cock Hazeu-Gerard Bilars1-12x wit
7Rens ter Veen-René Poots2-0
8André van der Weijde-Hugo van der Laan1½-½1x zwart
9Edgar Huisman-Victor van der Kloet2-0
10Hans Meijer-Bert van der Willik1-12x wit
11Davy Bao-Eric Wagter2-0
12Anky Verhaart-Jan Bouke Tiersma0-2



Vierde avond (31 juli)
Jan Peter van Zandwijk schotelde de deelnemers de opmars variant van de Caro Kann voor. De Karo Kann is een opening waarvan Tarrasch zei dat het geen volwaardige opening was, maar dat deze zeker speelbaar was. Dat de opening speelbaar is blijkt wel uit het feit dat Botwinnik de opening gebruikte om Tal in toom te houden. En ook Karpov speelde regelmatig de Caro Kann.

1.e4 c6
De zet c6 is eigenlijk een vreemde zet. De zet helpt de zwarte ontwikkeling niet; behalve voor de dame gaan er geen lijnen open. En zwart posteert een pion op het natuurlijke veld van het paard op b8.
2.d4 d5
Zwart biedt tegenwicht in het centrum, en opent tevens een loperlijn.
3.e5
Er zijn vele manierom om op de Caro Kann te reageren. De zetten f3, exd5 en f3 zijn bijvoorbeeld allemaal speelbaar. Deze avond ging het echter over 3.e5.
3...c5
Net zoals wit een aantal antwoorden heeft, heeft zwart die ook. Zo zijn er varianten waarin zwart 3...f5 speelt, gevolgd door e6. Het buiten de keten halen van de loper heeft voordelen. Die variant heeft echter ook risico's; De loper kan soms met g4 worden opgejaagd, en er zijn ook voorbeelden waar wit na f2, e2 en 0-0 zwart de duimschroeven kan aandraaien.
4.dxc5
Het principiële antwoord. Wit kan ook met c3 of zelfs c4 antwoorden.
4...c6
De uitspeelstelling.


Jan Peter behandelde vervolgens een tweetal strategieën die wit kan kiezen, en die hele verschillende spelbeelden opleveren.

In de eerste variant gaat wit verder met:
5.f3
Het lijkt logisch de pion op e3 zo te dekken, maar het staat zwart ook toe zijn witveldige loper te ontwikkelen.
5...g4 6.c3 e6
Het is voor zwart belangrijk te kijken of/wanneer hij de pion op e5 kan veroveren. Daarbij moet hij goed rekenen; de pion is in veel stellingen giftig. Zo ook in deze stelling: 6...xe5? 7. xe5! xd1 8.b5+ d7 9.xd7+ d8 en zwart heeft materiaal verloren in plaats van gewonnen.
Wit moet nu de pion op c5 dekken en heeft daartoe tweee opties. De eerste is 7.e3. Op de vraag of zwart nu wel op e5 kan nemen is het antwoord wederom nee: 7...xe5? 8.a4+. In deze stelling staan zowel het paard op e5 als de loper op g4 aangevallen, en zwart kan ze niet beide redden. Ook d7 werkt niet, want na b5 moet zwart alsnog c6 spelen en valt de loper op g4.
De tweede optie om c5 te dekken is met 7.b4. Ten opzichte van de vorige variant is vanaf a4 de route naar g4 geblokkeerd door de pion op b4. Kan zwart in deze stelling dan wel op e5 nemen? Nogmaals is het antwoord nee: 7...xe5 8.a4+ c6 9.b5 en wederom gaat de zwarte stelling kapot.
Een voorbeeld van hoe een partij voortgezet zou kunnen worden is:
7.b4 gd7 8.d2 c7
Zwart belegerd de pion op e5. Nog maar een keer de vraag: had zwart op e5 kunnen slaan? 8...xe5 9.a4+ 5c6 9. b5 xf3 10.bxc6 en zwart staat een stuk achter.
9.a4 g6
Zwart wil via g7 e5 nogmaals belegeren. Maar kan wit nu niet wederom b5 spelen? Uit de volgende variant blijkt dat het niet alleen wit is die dreigingen heeft:
10.b5? xf3 11.xf3 (11.bxc6 gaat niet vanwege het dodelijke 11...xe5+!) 11...xe5 (zou het nu dan wel kunnen?) 12.b6+ d7 13.b5 xf3+ 14.gxf3 c6. Materieel staat het weliswaar gelijk, maar de witte pionnenstructuur is duidelijk minder dan de zwarte.
In deze variant moet zwart goed op zijn tellen passen; de pion op e5 wint zwart wel een keer terug, maar hij moet goed inschatten wat het juiste moment is. Het pionnenspel is voor wit in deze variant erg belangrijk.

In de tweede variant gaat wit verder met:
5.b5
Met deze zet voorkomt wit dat zwart g4 kan spelen, maar zal hij zijn witveldige loper een keer moeten ruilen.
5...e6
Het alsnog buiten de keten brengen van de loper via f5 kost alleen maar extra tijd. Wit speelt dan f3 en heeft wat hij wil. Alsnog g4 daarna kost een tempo extra. Maar wit dreigt tevens met d4 extra druk te zetten op c6 en de loper op f5 aan te vallen.
6.e3
Dekt de pion op c5 die aangevallen stond.
6...ge7
In deze stelling heeft wit twee richtingen waaruit hij kan kiezen. In de eerste speelt hij 7.c3. Na 7...d7 moet hij wel ruilen op c6 om de pion of e5 te behouden. Een voortzetting zou kunnen zijn: 8.xc6 xc6 9.f3 f5 10.d4 a5 11.0-0 xd4 11.cxd4 b6. Zwart heeft nu echt een pion gegeven, maar heeft daarvoor een loperpaar met open lijnen en actief spel als compensatie.
De tweede richting die wit kan kiezen is 7.f3 Een voortzetting zou kunnen zijn: f5 8.d4 xd4 9.xd4 a5+ 10.c3 xb5 11.xb5 xd4 met een complexe stelling.
In deze variant is voor wit het stukkenspel veel belangrijker.

Uitslagen
 speler 1 speler 2uitslagkleur
1Gert Legemaat-Chiel van Oosterom1-12x wit
2Jan Peter van Zandwijk-Bob Voogt1½-½1x zwart
3Richard Oranje-Hans Stam0-2
4Tobias Frische-Henrik Tamerus½-1½1x wit
5Kees van der Meer-Jaap Stam2-0
6Olav van Leeuwen-Simon Broos2-0
7Hugo van der Laan-Theo Rekveldt0-2
8Robin van Leeuwen-Cock Hazeu0-2
9Victor van der Kloet-Gerard Bilars0-2
10René Poots-Han Nicolaas0-2
11Bert van der Willik-Cees Huygen0-2
12Jan Bouke Tiersma-Eric Wagter½-1½1x zwart



Derde avond (24 juli)
De derde avond van het Zomervarianten ontdekkingstoernooi kende een duopresentatie. Lisa Hortensius had haar broer Nick meegenomen, en samen presenteerden ze een variant van de Svenshikov. Daarbij gaven ze voor de uitspeelstelling een aantal plannen voor de witte en de zwarte positie, waarmee de deelnemers aan de slag konden.

1.e4 c5 2.f3 c6 3.d4 cxd4 4.xd4 f6 5.c3 e5
Het begin van de Svesnikov. Met e5 grijpt zwart invloed in het centrum, maar laat ook een zwakte achter op d5 en d6. Wit zal dan ook zijn pijlen richten op deze velden, terwijl zwart zal proberen snel te ontwikkelen en actief te worden.
6.db5
Met normale zetten als 6.f3 of 6.b3 komt wit al snel in moelijkheden. Zwart vervolgt dan met 6...b4 en wit moet zich in bochten wringen om e4 goed te verdedigen zonder zijn stuctuur beschadigd te zien raken. Met 6.b5 voorkomt wit dat zwart de loper actief kan maken; wit dreigt immers 7.d6+. En ruilen op d6 doet de zwarte stelling geen goed.
6...d6
Zwart moet 7.d6 voorkomen. Deze zet is een soort tempoverlies, aangezien zwart later graag d5 zou willen spelen. En de zwartveldige loper of f8 kan nu niet meer zo actief worden. Aan de andere kant verliest wit tijd om het paard op b5 om te spelen; na d6 staat dat ongelukkig.
7.g5 a6 8.a3 b5 9.d5 e7 10.xf6
Nu het paard op f6 niet meer gepend is ruilt wit het af. Wit wil controle houden over veld d5, en het paard op f6 bedreigt die controle.
10...xf6
10...gxf6 is ook een voortzetting die regelmatig gespeeld wordt. Zwart speelt dan snel f6-f5 om de dubbelpion op te lossen en de ondersteuning van het paard op d5 te ondermijnen.
11.c4
De meest gespeelde zet is hier 11.c3. Wit maakt zo ruimte om het paard op a3 om te spelen. Met c4 gaat wit voortvarender te werk.
1...b4
De enige zet. Zwart kan niet ruilen op c4, wit neemt dan met het paard terug en heeft precies wat hij wil met actieve stukken, controle over d5 en druk op d6. Laten staan haat ook niet want b5 staat maal aangevallen.
12.c2

De uitspeelstelling. Lisa en Nick gingen verder met het uitleggen van de ideeën die de wit- en de zwartspeler in deze stelling kunnen toepassen.

Een van de ideeën voor de zwartspeler is om a5, a4 en b3 te spelen. De achterliggende gedachte is dat als het paard op c2 verjaagd kan worden zwart zijn paard op c6 naar d4 kan spelen. En zo'n paard op d4 is natuurlijk net zo goed als het witte paard dat nu op d5 staat.
Een ander plan waar zwart op kan spelen is om kort te rokeren en de zet f7-f5 door te zetten. De loper die nu op f6 staat kan daarbij verdedigend op e7 worden geplaats om d6 te dekken. Maar de loper kan ook actief worden ingezet via g5. Mocht wit de loper via h2-h4 bedreigen, dan kan deze prima op h6 staan; op de diagnoaal c1-h6 voorkomt hij namelijk dat het witte paard van a3 makkelijk kan worden omgespeeld. In sommige partijen wordt de loper (op termijn) zelfs via d8 naar b6 of a5 omgespeeld, om zo op de andere vleugel actief te worden.
Een derde opzet voor zwart is om de dame actief te maken. Het ideale veld voor de dame is c5. Daar dekt ze de pion op b4, ondersteund een evenuteel paard naar d4, en zet druk op c4 en f2. De pion op f2 lijkt nu nog niet een zwakte, maar als zwart ook het plan met f7-f5 door kan zetten kan d2 wel een zwakte worden.
Nuttig is te weten dat wit na bijvoorbeeld 12...0-0 de pion op b4 beter niet kan slaan. Na 12...0-0 13.cxb4 xb4 14.xb4 b6 heeft wit problemen. Na een voortzetting als 15.a3 a5 16.c2 wint zwart de pion op b2 terug. Het paard na d3 spelen om b2 te verdedigen levert ook pionverlies op: Zwart speelt d4 en wint een van de belangrijke pionnen c4 of e4.

Wit heeft in de begingstelling ruimtevoordeel en een prachtig paard op d5. Ook wit heeft een aantal aanvalsplannen.
Een eerste plan is om met h4 en g3 te werken. Na bijvoorbeeld 12...0-0 13.h4 kan zwart niet op h4 slaan. Doe hij dat wel dan incasseert wit na 14.h5 een vol stuk vanwege de matdreiging op h7. Als wit h4 en g3 gespeeld heeft kan wil wit de witveldige lopers wel ruilen via h3. Dat kost uiteraard de rokade, maar na h4 staat de toren op de h-lijn prima. De koning loopt dan via f1 naar g2.
Wit kan er ook voor kiezen om met g3 en g2 te werken. Mocht zwart f7-f5 door willen zetten, dan opent dat de diagonaal h1-a8 en wordt de loper erg gevaarlijk.
En een derde en voor de hand liggende opzet betreft het druk zetten op d6. Zwart heeft een achtergebleven pion op d6, en dat is een mooi aanvalsdoel. Wit speelt bijvoorbeeld de dame naar f3 en een toren naar d1, en zoekt het moment waarop de breekzet c4-c5 kan worden gespeeld. Heeft zwart bijvoorbeeld een loper op e7 gezet, dan zou op c5 en dxc5 wit met de aftrekaanval f6+ de dame kunnen winnen. Tevens geeft het plaatsen van stukken op de d-lijn wit de mogelijkheid terug te slaan met een stuk op d5 als zwart daar een keer zou ruilen. Wit wil niet met een pion terug nemen op d5, aangezien zwart dan geen zwakte meer heeft op d6.

Aan de hand van 2 korte fragmenten werden de witte en zwarte aanvalsplannen getoond:
Nepomniachtchi - Maletin (2010)
1.e4 c5 2.f3 c6 3.d4 cxd4 4.xd4 f6 5.c3 e5 6.db5 d6 7.g5 a6 8.a3 b5 9.d5 e7 10.xf6 xf6 11.c4 b4 12.c2 a5 13.f3 e7 14.d1 0-0 15.g3 e6 16.h4 b8 17.b3 d7 18.e3 d8 19.c5 e7 20.d2 dxc5 21.f6+ gxf6 22.xd7 xd7 23.xd7
Wit heeft hier alles bereikt wat hij wil: de zwarte structuur is verzwakt, en hij heeft een veel betere loper. Wit won deze partij dan ook.

Sebag - Muzychuk (2015)
1.e4 c5 2.f3 c6 3.d4 cxd4 4.xd4 f6 5.c3 e5 6.db5 d6 7.g5 a6 8.a3 b5 9.d5 e7 10.xf6 xf6 11.c4 b4 12.c2 0-0 13.g3 g5 14.g2 a5 15.0-0 c5 16.b3 a5 17.d3 e6 18.ad1 xd5 19.xd5 fd8 20.h4 h6 21.h2 e7 22.d3 a4
Een aantal van de eerder genoemde thema's komen terug in deze partij. Er staat een interessante stelling op het bord, waarbij geen van beide partijen al echt beter staat. Zwart zou deze partij uiteindelijk winnen.

Uitslagen
 speler 1 speler 2uitslagkleur
1Hans Stam-Olav van Leeuwen1-12x wit
2Richard Oranje-Erik Biemans0-2
3Kees van der Meer-Jouke van Gosliga2-0
4Henrik Tamerus-Hugo van der Laan1-12x wit
5Adriaan ter Mors-Gerrit Horst2-0
6Cock Hazeu-Victor van der Kloet1-12x wit
7Han Nicolaas-Robin van Leeuwen½-1½1x zwart
8Eric Wagter-Ferdinand Schreuder½-1½1x wit
9Ankie Verhaart-Bert van der Willik1-12x wit



Tweede avond (17 juli)
Kees van der Meer schotelde de deelnemers bij de tweede ronde van het Zomervarianten ontdekkingstoernooi een Boedapester gambiet voor. Deze opening komt met enige regelmaat op het bord, en kent een aantal interessante wendigden. Aan de hand van enkele korte partijfragmenten demonstreerde Kees de twee speelstijlen waarvoor zwart kan kiezen in die opening. De eerste is het terugwinnen van de pion, waarna zwart in een rustige stelling iets minder staat maar remise zeer wel haalbaar is. De tweede is een wilde stelling waarin remise vrijwel nooit de uitkomst is, maar waarin wit er wel meer wint dan zwart.

1.d4 f6 2.c4 e5
Als je deze zet niet eerder gezien hebt lijkt - in Kees' woorden - de pion op e5 uitgegleden. De zet 2...e6 is in deze stelling een veelvoorkomend antwoord.
3.dxe5 g4
Een andere variant is 3...e4. Dit wordt de Fajarowicz variant genoemd. Kees behandelde deze variant niet, maar wit kan dan verder gaan via f3 en 1d2. Of het paard op e4 wordt geruild, of zwart maakt er een echt gambiet van.
4.f4
Wit wil niet met 4.f3 de pion op e5 dekken. Zwart vervolgt dan namelijk met 4...c5. Wit moet we 5.e3 spelen om de dreiging op f2 te parreren, waarna zwart met 5...c6 de pion op e5 zonder noemenswaardige moeite terug wint.
4...b4+ 5.d2

Dit was de uitspeelstelling.

In deze stelling heeft zwart twee voortzettingen die twee totaal andere partijen opleveren. In de eerste voortzetting die Kees behandelde gaat zwart voor het heroveren van de pion op e5.
5...c6 6.gf3 Qe7
Wit kan de pion op e5 gewoonweg niet voldoende dekken.
7.e3
In vroeger tijden werd hier de zet 7.a3 aangeraden. In de boekjes van Euwe kom je deze zet dan ook tegen. Met a3 dwingt wit af dat zwart de loper ruilt tegen het paard. Tegenwoordig wordt hetzelfde met andere middelen bereikt.
7...gxe5 8.xe5 xe5 9.e2 0-0 10.0-0
Beide partijen hebben de ontwikkeling grotendeels voltooit. Zwart moet nu de loper op c8 actief gaan maken.
10...d6 11.b3 b6 12.a3 Bc5 13.Nxc5 bxc5 14.b5
Ook nu is, net als in de eerder genoemde variant uit o.a. de boekjes van Euwe, de loper geruild tegen het paard, maar in een iets voordeligere voortzetting. In deze stelling staat wit ietsje beter. Wit heeft een loperpaar, en mochten de witveldige lopers nog eens geruild worden, dan heeft wit een goede loper over. En zwart heeft vaak praktische probleempjes met de ontwikkeling; wit heeft mogelijkheden de zwarte structuur onder druk te zetten. Maar groot is het witte voordeel niet

In de tweede voorzetting kiest zwart voor de dood of de gladiolen. In deze variant is remise een zeldzaamheid.
5...d6
Zwart maakt er nu een echt gambiet van en gaat voor actief spel.
6.exd6 f6
Een multifunctionele zet. Het valt uiteraard de loper aan op f4, maar indirect ook de pion op f2. Tevens staat de pion op b2 aangevallen.
7.h3
Ook een multifunctionele zet. Het dekt de loper, en tevens de pion op f2. Na een zet als g3 kan zwart met zetten als xb2 of xd6 vervolgen.
7...xf2!
Zoals gezegd: de dood of de gladiolen.
8.xf2
Terugnemen met het paard is niet fijn; zwart slaat de loper op f4 en wit heeft veel moeite om te ontwikkelen. Zwart daarintegen heeft het paard op b8 in twee zetten bij de aanval betrokken.
xh3
Ruilt het paard en daarmee de verdediger van de loper op f4.
9.g3
Zwart wint sowieso het geofferde stuk terug. Maar nemen op h3 levert een gefragmenteerde stuktuur op, en daarnaast is de loper op f4 erg belangrijk. Met g3 wordt die loper gedekt en blijft de structuur in tact.

Deze stelling is erg ingewikkeld. Kees liet enkele varianten zien. Zwart dreigt met g5 om nog een stuk te winnen. Wit dreit met d6xc7 een pion naar de achterste rij te gaan brengen. De loper op b4 en het paard op b8 kunnen de witte koning gaan belagen. Wit kan echter vaak met tussenzetten zoals e4 zwarte plannen verijdelen. Kortom: spektakel!

Uitslagen
 speler 1 speler 2uitslagkleur
1Ashwin Ganesh Kumar-Kees van der Meer1-12x zwart
2Jan Peter van Zandwijk-Luciën van de Lisdonk0-2
3Arend Bosma-Jouke van Gosliga0-2
4Olav van Leeuwen-Henk van der Belt2-0
5Marfa Blanter-Rens ter Veen1-12x zwart
6André van der Weijde-Victor van der Kloet½-1½1x wit
7Walter Schram-Ferdinand Schreuder0-2
8Aram Hassan-Eric Wagter2-0
9Robin van Leeuwen-Mink Enthoven2-0
10Jan Bouke Tiersma-Bert van der Willik2-0




Eerste avond (10 juli)
Ted Barendse opende het Zomervarianten ontdekkingstoernooi een opening die wellicht als heel spectaculair te boek staat, maar die verschillende tactische en strategische elementen bevat. Ted behandelde het damegambiet, en meer in het bijzonder de Cambridge Springs-variant van het damegambiet.

1.d4 d5 2.c4 e6 3.c3 f6 4.g5
Tot zover een standaard opzet. Gebruikelijk is hier de zet 4...e7. In de Cambridge Springs variant gaat zwart echter verder met een andere zet:
4...bd7
Deze zet oog wellicht vreemd; zwart blokkeert immers de dekking van de pion op d5 door de dame. Aangezien het paard op f6 gepend staat, en dus een slechte verdediger is, lijkt wit gewoon twee maal op d5 te kunnen slaan. Er zit echter de nodige tactiek in deze stelling:
5.cxd5 exd5 6.xd5? xd5! Je zou denken dat het paard niet terug mag slaan in verband met dameverlies, maar wanneer iets verder wordt gerekend blijkt dat zwart een grote tegendreiging heeft na het slaan op d5: 7.xd8 b4+ De witte koning heeft geen vluchtvelden, en dus moet wit ook een dame geven. 8.d2 xd2+ 9.xd2 xd8 en zwart staat een stuk voor.
5.e3
Wit ontwikkelt zo niet alleen de loper op b1, maar creëert tevens een vluchtveld voor de koning. Nu zou wit dus wel op d5 kunnen slaan.
5...c6
Dekt de pion op d5.
6.f3 a5

De uitspeelstelling. Zwart speelt actief en probeert gebruik te maken van de penning van het paard op c3. Ted behandelde een tweetal varianten.

Een van de mogelijkheden voor wit is om verder te gaan met:
7.d2
Zwart dreigt nare dingen met e4. Dat valt het paard op c3 twee maal aan, en versterkingen zijn met bijvoorbeeld b4 zo aangerukt. Een manier waarop het voor wit mis zou kunnen gaan is bijvoorbeeld: 7.c2 e4 8.c1 xa2 en zwart staat een gezonde pion voor.
7...b4 8.Qc2 0-0
Na 8...e4 9.cxe4 dxe4 vervolgt wit met e2 en 0-0 en staat wat beter. De pionnenstructuur van wit is beter en zwart heeft een uitdaging met de loper op c8.
9.e2
Deze stelling bevat een volgend stukje tactiek. Een regelmatig gemaakte fout is dat wit hier (of in een voorgaande stelling) d3 speelt. Een natuurlijk veld, maar na dxc4 komt wit er dan achter dat zowel de loper op d3 als de loper op g5 (nu aangevallen door de zwarte dame) in staan. Tussendoor ruilen op f6 gaat niet, omdat na cxd3 wit op d3 terug moet slaan om de dame niet te verliezen.
9...dxc4 10.xf6
De loper op g5 stond na het slaan op c4 aangevallen door de dame. Ted liet nog een paar zetten zien hoe beide partijen hun stelling verder zouden kunnen opzetten.
10...xf6 11.xc4 c7 12.0-0 b6 13.a3 e7 14.b4
Deze stelling is in essentie een strijd tussen het loperpaar van zwart en het ruimtevoordeel voor wit. Zwart wil van het loperpaar profiteren, maar daarvoor moet zwart lijnen zien te openen. Met name voor de witveldige loper. Dat zou kunnen met e5 of c5. Wit zal echter proberen te voorkomen dat zwart een van deze plannen door kan zetten.


De andere opzet die Ted liet zien vervolgt vanuit de uitspeelstelling na a5 met:
7. cxd5
Zwart heeft de keuze uit 3 opties. Echter na exd5 komt zwart in een ruilvariant terecht waarin de dame op a5 verkeerd staat. En na cxd5 komt zwart in een variant terecht waarin het paar op d7 verkeerd staat; dat hoor dan op c6 thuis. Dus vervolgt zwart hier met:
7...xd5
Ook deze zet heeft een nadeel; door niet met de pion te slaan geeft zwart invloed op in het centrum.
8. d2
Met d2 heft wit de penning van het paard op c3 op. Ook staat de loper op g5 na e3-e4 een keer extra gedekt.
8...b4 9.c1 0-0 10.e4
Wit heeft tot nu toe vooral gereageerd op de zwarte druk op c3. Wit dwingt zwart nu tot een verklaring; het paard op d5 moet een keuze maken. Tevens versterkt wit zijn invloed in het centrum.
10...xc3 11.bxc3 a3 12.b1
In deze stelling heeft zwart als voornaamste uitdaging op de loper op c8 te activeren. Ted liet een mogelijke voortzetting zien.
12...e5 13.d3 e8 14.0-0 b6
Een bekend thema is dit soort stellingen is de zet a6. Zwart wil graag die lastige loper op c8 ruilen, maar wit kan dat voorkomen.
15.e2
Nu a6 niet meer gaat moet de loper maar naar b7.
15...b7 16.fd1
In deze stelling staat wit wellicht een ietsje beter, maar veel is er voor beide partijen niet aan de hand.

Uitslagen
 speler 1 speler 2uitslagkleur
1Bob Voogt-Erik Biemans½-1½1x wit
2Kees van der Meer-Henrik Tamerus1½-½1x wit
3Diederik van Heijgen-Olaf van Leeuwen2-0
4Simon Broos-Theo Rekveldt1½-½1x wit
5Tom Broekhuizen-Rens ter Veen1½-½1x wit
6Marfa Blanter-Antal van Ravensteijn0-2
7Henk van der Belt-Hugo van de Laan1-1?
8Victor van der Kloet-Simon Dirkse2-0
9Han Nicolaas-Gerard Bilars1-12x zwart
10Aram Hassan-Davy Bao1-12x zwart
11André van der Weijde-Fredinand Schreuder2-0
12Robin van Leeuwen-Albert Huisman2-0
13Mike Huisman-Jan Bouke Tiersma2-0
14Bert van der Willik-Eric Wagter0-2

de Delftsche SchaakClub
de grootste, actiefste en gezelligste schaakclub van Delft

jeugd [ma 18:30-20:00]
Er is op 5 niveau's schaaktraining. Daar­na is er competitie, of een van de vele andere activiteiten.

senioren [ma 19:45-01:00]
De grote interne competitie heeft schakers van elk niveau. Ook zijn er veel andere activiteiten.

copyright
© 2002-2024 Delftsche SchaakClub

powered by
WoltLab GbR, Tjip BV & 2B Insite

software
FirstClassWebsite v1.6.1124.1
DSS v2.9.0701.1
WoltLab Burning Board
GNU WebChess

statistieken
Nedstat Basic  nedstat

disclaimer, privacy politiek, sitemap