2010
Zesde avond (16 augustus)
De laatste avond van het Zomervarianten Ontdekkingstoernooi werd verzorgd door Lisa Hortensius en Martine Middelveld. Voor een grote groep luisteraars lieten zij een variant van het frans zien:
1. e4 e6 2. f3 d5 3. c3 f6 4. e5 fd7 5. d4 c5 6. dxc5
Het meest gespeeld in het frans is een opzet met c3. In deze variant speelt wit het paard naar c3, en slaat hij op c5.
6...c6
Valt e5 aan.
7. f4
Dekt e5.
7...xc5 8. d3 f6
Een op het oog vreemde zet. Zwart zou liever kort rokeren, maar dat gaat in deze stelling niet: 9. xh7+ xh7 10. g5+ g6 (na 10...g8 volgt h5 met winst voor wit) 11. d3+ f5 (De enige zet om mat te voorkomen) 12. xe6 Wit staat nu erg prettig.
9. exf6 xf6 10. e2 O-O 11. O-O-O
Dit is de stelling die de spelers uit mogen spelen. Deze varinat van het frans wijkt nogal af van de gebruikelijke stellingen doordat er een tegengestelde rokade op het bord is verschenen, en doordat wit geen pionnen meer in het centrum heeft staan. Wit heeft daardoor het voordeel dat zijn lichte stukken heel actief kunnen worden. Ook kunnen de torens op de centrale lijnen erg sterk worden. Zwart heeft in potentie een zeer sterk centrum, aangezien er geen witte pionnen meer zijn. Mocht zwart de strijd in het centrum winnen, dan kunnen de pionnen in het centrum naar voren komen en de actieve witte stukken behoorlijk inperken in hun mogelijkheden.
Door de tegengestelde rokade kunnen beide spelers vol op de koningsaanval spelen. Zwart zal proberen met b5 en b4 de witte koningsstelling te bestormen. Dit kan worden ondersteund met a5. Ook kan zwart ervoor kiezen vai b4 de witte loper te ruilen. Hiermee neemt de kracht van de witte koningsaanval af (de loper kijkt naar h7), maar krijgt wit wel meer controle over e5, waar het paard van f3 graag naartoe springt.
Wit zal graag een paard op e5 planten, en zal met g4-g5 of h4-h5-h6 proberen de zwarte koningsstelling te bestormen.
Na een korte pauze speelden de deelnemers twee korte partijen (30 minuten per persoon) tegen een gelijkwaardige tegenstander. Hoewel er voor beide partijen overwinningen waren te noteren, waaren die voor de zwartspelers iets talrijker.
Uitslagen
speler 1 | speler 2 | uitslag | kleur | ||
---|---|---|---|---|---|
1 | Ciprian Padurariu | - | Kim Meulenbroekl | 1½-½ | zwart wint |
2 | Ted Barendse | - | Hora Vlam | 1-1 | wit wint 2x |
3 | Bob Voogt | - | Pieter Buzing | 2-0 | |
4 | Jan Peter van Zandwijk | - | Luciën van de Lisdonk | 1-1 | zwart wint 2x |
5 | Kees Voorberg | - | Kees van der Meer | 1-1 | wit wint 2x |
6 | Frans Vreugdenhil | - | Corniel Nobel | 0-2 | |
7 | Simon Broos | - | Gerard Bilars | 2-0 | |
8 | Olivier Marincic | - | Diederik van Heijgen | ?-? | |
9 | Ton Vissers | - | Jolle Lont | 1½-½ | wit wint |
10 | Coen Leentvaar | - | Koen Tan | 2-0 | |
11 | René Poots | - | Paul Koks | 1-1 | zwart wint 2x |
12 | Kees Venema | - | Dolf Mulder | 2-0 | |
13 | Ernst Hanewald | - | Jan Torenstra | 1-1 | zwart wint 2x |
14 | Bert van der Willik | - | Leo Zuijdgeest | 2-0 |
Vijfde avond (9 augustus)
Clubkampioen Ciprian Padurariu presenteerde tijdens de vijfde avonde van het Zomervarianten Ontdekkingstoernooi de Najdorf. Dit is een variant van het siciliaans die redelijk populair is. Omdat Ciprian de nederlandse taal nog niet helemaal machtig is werd er, waar nodig, door Ted Barendse vertaald. Tot grote hilariteit van de aanwezigen begon Teds eerste vertaling met: "Black has...". Toen de reden van het gegrinnik uit de zaal doordrong schakelde hij over op het nederlands.
Ciprian had de volgende variant voorbereid:
1. e4 c5 2. f3 d6 3. d4 cxd4 4. xd4 f6 5. c3 a6
Een normale siciliaans opzet. Met 6...a6 kiest zwart voor de Najdorf-variant.
6. e2 e5
In de siciliaanse opening zitten aan bijna alle zetten van zowel wit als zwart voordelen en nadelen. Met 6...e5 jaagt zwart het sterke witte paard uit het centrum, en krijg hij controle over d4. De prijs is het opgeven van de controle over d5 en een achtergebleven pion op d6. Beide spelers ontwikkelen nu hun stukken:
7. b3 e7 8. O-O e6 9. f4
Met f4 dwingt wit zwart een keuze te maken. Wit dreigt met f5 de zwarte loper te verjagen, en zo meer controle te krijgen over d5.
9... c7
Na 9... c7 kan zwart op 10. f5 antwoorden met 10... c4.
10. d5
In deze stelling zijn vele zetten mogelijk. De variant waar naar gekeken ging worden is:
xd5
Zwart heeft weinig keuze; hij moet wel slaan. Zwart slaat met de loper; na 10... xd5 heeft de zwarte loper op e6 eigenlijk geen goede velden.
11. exd5 bd7 12. c4 O-O
De enige spanning in deze stelling zit in f4 en e5. Geen van beide partijen heeft voordeel om de spanning op te heffen; een witte ruil laat een zwart paard toe op e5, een zwarte ruil een loper op f4. Er volgen dus gewone ontwikkelingszetten.
13. h1 fe8 14. e3 exf4
Nu ruilt zwart wel; hij wint nu een tempo omdat wit twee zetten achter elkaar met de loper moet doen.
15. xf4
Dit is de stelling die de spelers uit mogen spelen. Ciprian liet in twee potjes enkele mogelijkheden zien voor de witte en de zwarte zijde. Wit heeft een meerderheid op de damevleugel, wat daar potentieel kansen biedt. Maar de open lijnen zijn te vinden op de koningsvleugel, hetgeen koningsaanval mogeljik maakt. Wit moet proberen deze twee aanvalsmogelijkheden te combineren. Wit heeft meer ruimte, maar ook enkele zwakke velden. Met name e5 en c5 zijn zwak, en een zwart paard kan daar zeer vervelend zijn.
Zwart heeft minder ruimte, maar daardoor ook nog weinig zwaktes. Potentieel zijn c6 en e6 zwakke velden; als zwart iets met zijn b of f-pion gaat ondernemen worden de velden erg aantrekkelijk voor witte stukken. Zwart zal proberen wat stukken te ruilen; in het eindspel kan zwart mogelijk profiteren van de zwaktes in de witte stelling. Zwart zou graag een paard ruilen (hij heeft er twee en die staan elkaar in de weg), en liefst tegen de zwartveldige loper van wit; dat is wits sterkste stuk.
Na een korte pauze speelden de deelnemers twee korte partijen (30 minuten per persoon) tegen een gelijkwaardige tegenstander. Aan de topborden waren de uitslagen vaak in evenwicht, waarbij meestal de zwartspeler het beste zijn kansen greep. Aan de lagere borden bleek vaak een van beide spelers beter met de stelling overweg te kunnen.
Uitslagen
speler 1 | speler 2 | uitslag | kleur | ||
---|---|---|---|---|---|
1 | Joost Michielsen | - | Kim Meulenbroek | 1½-½ | wit wint |
2 | Ciprian Padurariu | - | Hora Vlam | 1-1 | wit wint x2 |
3 | Ted Barendse | - | Richard Oranje | 1-1 | zwart wint 2x |
4 | Pieter Buzing | - | Arno Wiersma | 1-1 | zwart wint 2x |
5 | Rob Smits | - | Cees Huygen | 1-1 | zwart wint 2x |
6 | Koen Tan | - | Gerard Bilars | 0-2 | |
7 | Jaco Arkesteijn | - | Kees Venema | 0-2 | |
8 | Dimitri Karagantcheff | - | René Poots | 2-0 | |
9 | Bert van der Willik | - | Jan Torenstra | 0-2 | |
10 | Raf Hogezand | - | Leo Zuijdgeest | 0-2 |
Vierde avond (2 augustus)
De vierde avond van het Zomervarianten Ontdekkingstoernooi werd door Lennart Ootes de Bird op het demonstratiebord getoverd. In een leuke presentatie vertelde hij het een en ander over de geschiedenis van deze opening en liet aan de hand van een tweetal partijen zien waar de kansen en risico's voor zowel wit als zwart zitten.
1. e4 e5 2. f3 c6 3. b5 d4
Een wat a-typische voortzetting wellicht; twee keer met hetzelfde stuk spelen.
4. xd4 exd4 5. d3 c5 6. O-O c6 7. c4 d5
Met deze zet breekt zwart het centrum open. Hij accepteert daarbij een dubbelpion op de d-lijn. In het vervolg van de partij moet blijken of deze sterk of zwak is.
8. exd5 cxd5 9. b5+ f8
Dit is de stelling die de spelers uit mogen spelen. Lennart liet twee partijen zien, eentje waarin zwart dwars door de witte stelling heen ging, en eentje waarin wit de partij beheerste door de betere structuur en een actieve opzet van de stukken.
In deze stelling moet wit oppassen dat de loper op b5 niet gevangen wordt; na a5 heeft de loper bitter weinig velden. Zwart kan soms met verrassende snelheid stukken richting de witte koning verplaatsen; het loperpaar kan sterk zijn, en afhankelijk van de voortzetting kan met h5 en h6 de zwarte toren actief worden.
Ook wit heeft verschillende mogelijkheden. Uiteraard zijn de pionnen op d4 en d5 geliefde aanvalsdoelen. De pionnen pakken voor zwart veel velden, maar zijn ook niet even makkelijk te dekken. Met zetten als f4 kan wit nog meer ruimte pakken, al moet dan wel op het veld e3 worden gedacht. Om te voorkomen dat zwart daar een paard plant, ruilt wit vaak zijn zwartveldige loper tegen het laatste zwarte paard.
Na een korte pauze speelden de deelnemers twee korte partijen (30 minuten per persoon) tegen een gelijkwaardige tegenstander. Het leverde vele spannende partijen op. Hoewel vaak geroepen werd dat wit duidelijk beter had gestaan, gingen de punten toch vooral naar de zwartspelers.
Uitslagen
speler 1 | speler 2 | uitslag | kleur | ||
---|---|---|---|---|---|
1 | Lennart Ootes | - | Ciprian Padurariu | 0-2 | |
2 | Ted Barendse | - | Kim Meulenbroek | 1-1 | zwart wint 2x |
3 | Pieter Buzing | - | Jan Peter van Zandwijk | ½-1½ | zwart wint |
4 | Hans Segers | - | Willem-Jan van den Broek | ½-1½ | zwart wint |
5 | Arno Wiersma | - | Hora Vlam | 1½-½ | zwart wint |
6 | Rob Smits | - | Noah Nicoll | 2-0 | |
7 | Olivier Marincic | - | Ton Vissers | 2-0 | |
8 | Cees Huygen | - | Koen Tan | 0-2 | |
9 | Jaco Arkesteijn | - | Gerard Bilars | 1-1 | wit wint 2x |
10 | René Poots | - | Jan Nienhuis | 1-1 | zwart wint 2x |
11 | Dimitri Karagantcheff | - | Jan Torenstra | 1-1 | zwart wint 2x |
12 | Karel Vandenberghe | - | Leo Zuijdgeest | 2-0 | |
13 | Raf Hogezand | - | Teun van der Klugt | 1-1 | wit wint 2x |
Derde avond (26 juli)
De derde avond van het Zomervarianten Ontdekkingstoernooi presenteerde Martin Glimmerveen een variant van de gesloten Siciliaan. Veel spelers zien op tegen de grote hoeveelheid theorie die beschikbaar is bij de open Siciliaan. Bij de gesloten Siciliaan is dit een stuk beperkter.
Nadat de eerste zetten op het bord waren verschenen, legde Martin in grote lijnen de ideeën van wit en van zwart uit.
1. e4 c5 2. c3 c6 3. g3 g6
Zwart kan ook kiezen voor een opzet met e6 en e7, maar de variant met g6 en g7 is gebruikelijker.
4. g2 g7 5. d3 e6
De eerste contouren van de beide stellingen beginnen zich af te tekenen. Wit zal e3 willen spelen om c5 aan te vallen. Het witte paard van g1 gaat idealiter naar f3, maar daar staat het de f-pion in de weg. Daarom wordt meestal eerst f4 gespeeld, waarna f3 volgt.
Voor zwart geldt dat hij het paard van g8 liever niet naar f6 speelt; dan staat het de f-pion in de weg. Maar zwart moet ook oppassen voor witte plannen met e3-d2-h6. Daarom laat zwart het paard wel eens een poosje staan. Als wit de diaginaal dicht met f2-f4 kan het paar zonder problemen naar e7.
6. e3 d6 7. f4 ge7 8. f3 O-O 9. O-O d4
Wit dreigt met d3-d4 alsnog het centrum open te breken (net als in de open siciliaan). Zwart wil dit voorkomen, en plaatst daarom zelf een stuk op d4.
10. e5
Dit is de stelling die de spelers uit mogen spelen. De witspeler 'offert' een pion op e5, maar als zwart deze wint sneuvelt vrijwel zeker ook c5; wit kan deze pion via e4 aanvallen, en de zet b6 kost zwart vrijwel altijd materiaal vanwege de loper op g2. Zwart zal graag een paard op f5 posteren, en mogelijk met b8 en b5 gaan werken. En ander plan is met d7-c6 de gevaalijke witveldige loper van wit in te dammen.
Na een korte pauze speelden de deelnemers twee korte partijen (30 minuten per persoon) tegen een gelijkwaardige tegenstander. Het leverde vele spannende partijen op. De spelers vonden gezien de uitslagen de witte stelling aanmerkelijk prettiger spelen dan de zwarte.
Uitslagen
speler 1 | speler 2 | uitslag | kleur | ||
---|---|---|---|---|---|
1 | Joost Michielsen | - | Ciprian Padurariu | 1-1 | wit wint 2x |
2 | Martin Glimmerveen | - | Kim Meulenbroek | 0-2 | |
3 | Hora Vlam | - | Jan Peter van Zandwijk | 1½-½ | wit wint |
4 | Pieter Buzing | - | Richard Oranje | 2-0 | |
5 | Luciën van de Lisdonk | - | Jelmer van der Weide | 1-1 | wit wint 2x |
6 | Arno Wiersma | - | Hans Segers | 2-0 | |
7 | Diederik van Heijgen | - | Noah Nicoll | ½-1½ | wit wint |
8 | Rob Smits | - | Cees Huygen | 2-0 | |
9 | Ton Vissers | - | Koen Tan | 0-2 | |
10 | Gerard Bilars | - | Dimitri Karagantcheff | 2-0 | |
11 | Coen Leentvaar | - | Jaco Arkesteijn | 2-0 | |
12 | Jan Torenstra | - | Karel Vandenberghe | 0-2 | |
13 | Leo Zuijdgeest | - | Ernst Hanewald | 1-1 | zwart wint 2x |
Tweede avond (19 juli)
De tweede avond van het Zomervarianten Ontdekkingstoernooi werd ingeleid door twee dames. Pauline van Nies en Talitha Munnik namen samen de explicatie voor hun rekening. Ze schotelden de deelnemers een variant van het Frans voor.
Het duo presenteerde echter niet de meest gespeelde variant, waarin zwart op d4 of eventueel op c3 ruilt. In plaats daarvan wil zwart via f7-f6 de stelling openbreken.
1. e4 e6 2. d4 d5 3. c3 c6 4. f3 f6 5. g5
Dit is de stelling die op het demonstratiebord achter bleef. De dames gaven de zwartspeler twee keuzes:
De eerste variant gaat verder met:
5... e7 6. e5 e4
Dit is de meest rustige variant. De partij zou verder kunnen gaan met bijvoorbeeld: 7. xe7 xe7 8. d3 b4 9. xe4 dxe4 10. a3 xb2 11. xe4 waarna een spannende stelling overblijft.
De tweede variant gaat verder met:
5... b4 6. e5 h6
DIt is een zeer scherpe variant. Een voortzetting zou kunnen zijn: 7. h4 g5 8. xg5 Ne4 9. gxe4 xh4 10. f6+ d8. De stelling wordt zeer scherp; tactische spelers kunnen er hun hart ophalen.
Na een korte pauze speelden de deelnemers twee korte partijen (30 minuten per persoon) tegen een gelijkwaardige tegenstander. Het leverde vele spannende partijen op. De witspelers deden het beter dan de zwartspelers.
Uitslagen
speler 1 | speler 2 | uitslag | kleur | ||
---|---|---|---|---|---|
1 | Ciprian Padurariu | - | Ted Barendse | ½-1½ | zwart wint |
2 | Kim Meulenbroek | - | Jan Peter van Zandwijk | 1-1 | wit wint ex |
3 | Jaap Flohil | - | Kees van der Meer | ½-1½ | wit wint |
4 | Kees Voorberg | - | Willem-Jan van den Broek | 1-1 | zwart wint 2x |
5 | Diederik van Heijgen | - | Rob Smits | ½-1½ | zwart wint |
6 | Pieter Hofstee | - | Ton Vissers | 1-1 | wit wint 2x |
7 | Ernst Hanewald | - | Koen Tan | 0-2 | |
8 | Jan Torenstra | - | Leo Zuijdgeest | 1-1 | wit wint 2x |
Eerste avond (12 juli)
De eerste spreker van het 11e Zomervarianten Ontdekkingstoernooi was Ted Barendse. Ted presenteerde een wat minder vaak gespeelde, maar zeer interessante, variant van het siciliaans: het hongaars.
De variant heeft zowel positionele als tactische kenmerken, maar het belangrijkste kenmerk is toch wel de koningsaanval. Doordat er tegengesteld gerokeerd is zullen beide spelers pogen de vijandelijke koningsstelling op te blazen.
1. e4 c5 2. f3 d6
Normaliter de inleiding tot de drakenvariant of de Najdorf. Wit kiest echter voor wat anders:
3. d4 cxd4 4. xd4
Een ongebruikelijke voortzetting, maar desalniettemin goed speelbaar.
4...c6 5. b5 d7 6. xc6 xc6 7. c3 f6 8.g5
Zwart zou het liefst de zetten g7, g7 en 0-0 spelen, maar na g5 gaat g6 niet meer.
8...e6 9. O-O-O e7 10. he1 O-O
Dit is de stelling die de deelnemers mochten uitspelen. De aanvalsplannen voor beide spelers zijn hier in grote lijnen wel duidelijk:
wit speelt het liefst een zettenreeks als d2, d4, f3, g4, h4...
zwart wil graag b5, a5, b4, a4 c7, c8 spelen.
Kortom, een stelling waarin beide spelers proberen met een pionnenstorm de vijandelijke koningsstelling te doorbreken. Wie het eerst mat zet wint!
Na een korte pauze speelden de deelnemers twee korte partijen (30 minuten per persoon) tegen een gelijkwaardige tegenstander. Het leverde vele spannende partijen op. De zwartspelers deden het ietsje beter dan de witspelers.
Uitslagen
speler 1 | speler 2 | uitslag | kleur | ||
---|---|---|---|---|---|
1 | Jan Peter van Zandwijk | - | Lucien van de Lisdonk | 1-1 | 2x remise |
2 | Pieter Buzing | - | Diederik van Heijgen | 2-0 | |
3 | Rob Smits | - | Theo Rekveldt | 0-2 | |
4 | Ton Vissers | - | Bram Beijer | ½-1½ | wit wint |
5 | Simon Dirkse | - | Dolf Mulder | 1-1 | zwart wint 2x |
6 | Ernst Hanewald | - | Jan Torenstra | 0-2 | |
7 | Karel Vandenberghe | - | Leo Zuijdgeest | 2-0 |