2009
Na twee jaar afwezigheid was Boudewijn Boogaard weer present om zijn toehoorders de wondere wereld van het kolderschaak te tonen. Hij had weer zeven leuke varianten voorbereid, waarna de twee hoogstgeëindigden in de Can-I-finale om de titel (en het kerstbrood) mochten strijden.
Kangaroes springen ver
In de eerste ronde begon het eenvoudig. Er waren geen paarden, maar kangoeroes. Deze springen als volgt: Twee recht en dan schuin, of twee schuin en dan recht. Dat ziet er zo uit:
Dat de kangoeroe sterker is dan een gewoon paard of een toren leidt geen twijfel. Maar hoeveel het onderdoet voor een dame, dat is lastig. De kracht van dit stuk is vooral een kracht op afstand. Lastig te zien, maar o zo vernietigend.
Doe een stapje naar voren... (en nooit meer terug)
De tweede ronde bracht een wel heel lastige variant. Alle stukken moesten eerst een stapje naar voren doen, voordat ze hun gewone zet uit voerden. Aangezien dat veld (met uitzondering van het paard) vrij moest zijn liepen nogal wat mensen letterlijk vast. Stellingen als onderstaande waren typerend, en er waren de nodige remises te bespeuren.
Lopers slaan als torens en omgekeerd
In essentie een eenvoudige variant. Lopers slaan als torens, en torens op hun buurt, slaan als lopers. Van de drie lichtste stukken is de loper daarna (net) de sterkste. Toch verslikte menigeen zich toch niet bestaande dekkingen.
Cilinderschaak plus
Een eigenlijk altijd terugkerende variant is cilinderschaak: de a- en de h-lijn van het bord zijn verbonden. Omdat het zo bekend is, voegde Boudewijn een finesse toe: de pionnen lopen als koningen (ook wel prinsen genoemd).
Veulens in de wei
Om het visualiseren enigszins te bemoeilijken werd de volgende beginstelling in genomen:
Waarbij de achtste en de eerste rij in feite de vierde en de vijfde rij zijn. Omdat dit neerkomt op gewoon schaak, stuurde Boudewijn ook nog veulens in de wei. Pionnen die slaan als paarden.
Oud en vertrouwd
Om de deelnemers even te laten bijkomen, was de zesde ronde een oude en vertrouwde variant. Wanneer een paard de middenlijn overgaat, wordt het een loper. Een loper die de middenlijn passeert wordt een paard. Waren ze allemaal maar zo makkelijk.
Patrouilleschaak
Tot slot een favoriet van Boudewijn: Patrouilleschaak. Stukken mogen alleen slaan als ze gedekt staan. Dit druist zo in tegen wat je gewend bent dat je gegarandeerd een keer een stuk kwijt raakt waarvan je dacht dat het gedekt stond. Maar helaas, dat stuk dat 'dekte' stond zelf niet gedekt...
Can-I-finale
Na zeven ronden stonden twee spelers gedeeld aan kop. Roland ten Have en Marten Wortel hadden elk 6 uit 7, en waren de concurrentie daarmee een punt voorgebleven. Samen mochten ze de finale spelen.
De finale was uiteraard weer vooral vermakelijk voor alle aanwezigen die - in tegenstelling tot de spelers zelf - wisten waar alle stukken van beide spelers zich op het bord bevonden. Meervoudig Kolderschaakfinalist Marten Wortel toonde zich de behendigste, en behaalde daarmee de kolderschaaktitel van de jaargang 2009. Een titel die hij in 2008 nog moest afstaan aan Walter Anema.
eindstand na 7 ronden (Zwitsers)
naam | punten | ||
---|---|---|---|
1 | Roland ten Have | 6 | |
2 | Marten Wortel | 6 | |
3 | Arno Wiersma | 5 | |
4 | Kees van der Meer | 4 | ½ |
5 | Corniel Nobel | 4 | ½ |
6 | Richard Oranje | 4 | |
7 | Walter Anema | 4 | |
8 | Lucien van de Lisdonk | 4 | |
9 | Ted Barendse | 3 | ½ |
10 | Martin Glimmerveen | 3 | ½ |
11 | Willem-Jan van den Broek | 3 | ½ |
12 | Jaap Flohil | 3 | ½ |
13 | Joost de Gussem | 3 | ½ |
14 | Bart Vlasblom | 3 | |
15 | Jordy Krempel | 3 | |
16 | Arjen Drenthen | 2 | ½ |
17 | Gerard Bilars | 2 | ½ |
18 | Antoon Frehe | 2 | |
19 | Joop van Ham | 1 |