117: Schaken voor je plezier
Afgelopen zaterdag speelden de vier DSC-teams de zoveelste ronde in de KNSB competitie. Het waren spannende wedstrijden. KNSB is echt schaken. De ernst van de situatie, de noodzaak tot concentratie en de spanning voor en tijdens een wedstrijd maken die wedstrijden zwaar. Het is vervelend, door middel van een nederlaag bij te dragen aan een nederlaag van het team.
In 1966-67 mocht ik voor het eerst invallen in een KNSB-team. Ik werd toegesproken: Als je op dat niveau mag meespelen, dan moet je vreselijk goed je best doen! Dan mag je geen fouten maken! Dan moet je het beste uit jezelf halen! Dan moet je geconcentreerd zijn! Bij alle teamwedstrijden sindsdien heeft dat gevoel van de noodzaak tot concentratie en spanning voor en tijdens de partij me nooit verlaten.
Ik gaf in de bar mijn mening over de noodzaak van concentratie en de spanning bij een KNSB-wedstrijd. Je speelt voor je plezier, werd ertegen ingebracht. Dat mag gelden voor een persoonlijke competitie of een toernooi, bij een KNSB-wedstrijd ligt dat voor mij anders. Je teamgenoten rekenen op je. Zijn ouderen, als ik, meer plichtsgetrouw dan de huidige Homo Ludens (spelende mens)?
In de jaren 50-60 van de vorige eeuw waren de vaders van al mijn vriendjes en de klasgenoten die ik kende, plichtsgetrouw, vaak ook 's avonds bezig met hun werk of met vrijwilligerswerk. Ik hoor het mijn vader nog zeggen: Plicht gaat voor het meisje en na een lange werkdag ging hij dan weer aan het werk, aan de boekhouding of het voorraadbeheer.
Botwinnik, van een nog iets oudere generatie, was een voorbeeld van iemand die zich bij schaken volledig inzette. Hij was allang gestopt met wedstrijdschaak, toen een journalist de 80-jarige ex-wereldkampioen vroeg of hij nog wel eens voor zijn plezier schaakte. Jongeman, antwoordde Botwinnik, Ik heb nooit voor mijn plezier geschaakt. Deze anekdote staat in De ziel van de sovjet schaker van Tim Krabbé (te vinden via Google).
Kees Fens beschrijft in Nabij (Polak & Van Gennip, 2009) pater C. van Spaendonck sj. Ik citeer: Hij kwam uit een voortijd. Hij was in 1894 ingetreden in de de toen onbarmhartig strenge Jezuietenorde. (...) Zij brachten de harde spiritualiteit van de negentiende eeuw mee, (...) Persoonlijk contact was er in geen enkel opzicht - dat moet een gevolg zijn geweest van de negentiende-eeuwse jezuitische geest. De inmiddels overleden Fens beschrijft een nog wat oudere samenleving die plichtsbetrachting nog hoger in het vaandel heeft staan.
Voor mij is het plicht je in te zetten voor je team, je teamgenoten rekenen daarop ... Is het dan niet leuk om te schaken? Heb je nog wel plezier in het schaken?, werd me gevraagd. Voor een eerste reactie, een stelling uit een teamwedstrijd.
Zwart aan zet. Hij redde zijn paard volgens plan door 18...f6-g8 waarop volgde 19.f3xf7+! Rampen over de zwarte koning! Wie zou daar nu geen plezier in hebben...