113: Van oude mensen de dingen die voorbij gaan
Van oude mensen de dingen die voorbij gaan is de titel van een boek van Couperus. Het speelt in de buurt van de Mauritskade, dicht bij de schaakclub DD. Het geestige is, dat de hoofdpersoon als enige betrokkene een geheim kent en gaandeweg komen steeds meer lieden het te weten.
Onlangs speelde ik een partij (partijen gaan voorbij) tegen de gerespecteerde oude - ach, de naam van mijn tegenstander is niet lang, maar ik houd de naam stil totdat mijn tegenstander zelf een keer de heldenrol mag vervullen.
Ouderen als hij en ik snappen het schaakspel beter dan jongeren. Ouderen hebben meer overzicht over de stelling. Ouderen weten hoe de hazen lopen. Maar, vaker dan vroeger, zit er wel eens een rekenvoutje in een variant. Zeker voor hen geldt wat Marten Toonder ooit schreef: Iedereen heeft wel eens een misverstand in zijn denkraam, maar men mag ons dat niet in de schoenen schuiven, want het is een bittere pil, die de hartader van onze cultuur tot op de bodem zou treffen!! (een misverstand als een bittere pil in een schoen - Toonder haalde prachtige dingen uit met taal).
Zwart speelde een Wolga, zoals hieronder te zien is, en kwam goed te staan. Wetend dat ik een minder staand eindspel vaak remise houd, speelde hij scherp op winst en incasseerde een stuk in ruil voor witte aanval.
Hoe staat dit? Wit kan het materieel evenwicht herstellen met 1.xg6 hxg6 2.h3+ h6 3.xh6, gevolgd door f7-f8/, maar de uitslag blijft onzeker door de regenbui op de witte damevleugel. Heeft wit iets beters?
Antwoord: Je hoeft niet naar iets beters te zoeken, je moet een zet verder kijken. Het gaat niet om 4. f7-f8/ met torenwinst, het gaat om de zet 4.h6-f8. Een toenemend deel van de kijkers rond het bord zag het, en na de vierde zet zagen ze het allemaal. Mat!!