Liberta!
Iedereen die de film Scarface gezien heeft, kan zich ook het begin herinneren.
Hoe Tony Montana (Al Pacino, that is) door twee Amerikaanse immigranteninspecteurs wordt ‘ondervraagd’ alsof hij een stuk vee is. En hoe hij even later participeert in de rellen van de Cubaanse vluchtelingen in Miami. Hoe hij temidden van al dat geschreeuw en geweld ongestuurd in opdracht kan moorden. Tussen de klanken van het woord liberta in. Want dat wilden de Cubaanse verschoppelingen. Vrijheid.
Nog voor kerst verscheen er een mooi interview op www.chessbase.com. Daarin liet Vladislav Tkachiev horen wat zijn mening is over schaakzaken. En vooral over de perceptie van ‘de buitenwereld’ t.o.v. schaakzaken.
Tekaatsjef?
31 jaar, ELO 2609. Nooit een absolute topper, toch een graag geziene gast op toernooien. Waarom? Sfeervol. Charismatisch. Zelfs iemand die vrouwen tot schaken aan zou kunnen zetten. Een typische niet-schaker dus.
Maar wat wil het feit nou met deze man: hij is misschien geen wereldtopper op het gebied van het normale tempo, maar wel een van de allerbeste als het aankomt op Blitz. Snelschaken. Vluggeren. Ach ja, aparte discipline. Iedere ‘goede’ speler (zo worden de spelers die het ‘langzame’ tempo goed beheersen aangeduid) kan zich er altijd verbaal uitredden wanneer hij slecht snelschaakt.
“Aparte discipline. Gewoon niet zo vingervlug.
Maar je hoeft dat ook niet serieus te nemen.”
Waarom niet? Juist als het een aparte discipline is, kan daar wat mee gedaan worden!
Wat deze man echter aanstipt, is dat Blitz de brug vormt tussen schaken en commercie. Iets als darts is inmiddels welhaast tot topsport verworden, maar schaken niet?!
Vaak wordt schaken als saai aangeduid; dat heeft met het trage tempo te maken! Ik zeg niet dat het normale tempo moet worden vervangen, maar wel dat het Blitz uit het verdomhoekje moet worden gehaald. Van Blitz kan een show worden gemaakt.
Inclusief TV-verslagen en weet ik het wat, omdat het ‘snel’ genoeg is, en daardoor nog interessant voor de leek, die enkel de regels van het schaken kent. Dat is wel datgene wat het schaken nodigt heeft voor imagoverbetering, om van dat imago van ‘zeer intelligenten, maar sociaal onaangepasten’ af te komen.
Tot slot een citaat van Tkachiev waar ik me volledig bij aansluit. En lees dan meteen ook het openingsverhaal van Eduard Gufelds boek over het Konings-Indisch maar.
“Blitz players from the early years are used to see that as soon as somebody starts playing blitz, people instantly gather around them! I think that if here in this restaurant Zvitan and I would start playing blitz, soon we would have 10-15 spectators watching us. Some would be critical (so much the better), some joking (even better), some laughing (still better), and finally - best of all - a beautiful girl would be sitting next to us drinking coffee with a romantic dreamy look in her eyes, and when she went back home she would, inspired by us, pull out the chess board, or even take a personal interest in a chess player.”